Dit niveau komt overeen met de ontdekking van de taal. In je beginnersopleiding zal de basis van de Engelse taal worden behandeld. Dit stelt je in staat om jezelf uit te drukken in eenvoudige alledaagse situaties, bijvoorbeeld tijdens een reis naar het buitenland.
De woordenschat die je zult leren, komt overeen met "alledaagse" woordenschat. Aan het einde van je opleiding zul je in staat zijn de tijd te vertellen, de weg te vragen en jezelf voor te stellen. Je leert basiszinnen zoals "how are you today?" om een gesprek te kunnen beginnen met eenvoudige zinnen.
Vervoeging begint met fundamentele werkwoorden zoals "to have", "to go", en "to be". Je leert verschillende tijden zoals de tegenwoordige aantonende wijs, de onvoltooid tegenwoordige tijd, de toekomende tijd en de voltooid tegenwoordige tijd. Je leraar zal de verschillen tussen Engelse en Nederlandse vormen uitleggen en in welke situaties je elke tijd dient te gebruiken.
Om niveau A1 te halen, moet je ook verschillende essentiële grammaticaconcepten beheersen: modale hulpwerkwoorden, persoonlijke voornaamwoorden, logische verbindingswoorden, tijdsbepalingen, het verschil tussen "there is" en "there are", of tussen "how many?" en "how much?", aanwijzende en bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden.
Het volgen van online Engelse lessen met een leraar zal ook je uitspraak verbeteren. Tijdens deze lessen gaat het niet alleen om schrijven, maar ook om spreken om je mondelinge vaardigheden te verbeteren. Onze leraren van over de hele wereld helpen je de verschillen tussen elk accent te onderscheiden. Zodra je alles onder de knie hebt, ga je door naar het volgende niveau.